Box 1, Box 2 en Box 3 bij werknemersparticipatie

Wat is de belastingheffing bij werknemersparticipatie? Wij leggen het uit.
Laatst bijgewerkt op 28 oktober 2024

Hoe zit het ook al weer met box 1, box 2 en box 3 wanneer werknemers mede-eigenaar worden?

Werknemersparticipatie is een populaire manier om medewerkers te betrekken bij het bedrijf en hen te belonen voor hun inzet. Het kan verschillende vormen aannemen, zoals het verstrekken van aandelen, certificaten, of opties. Bij het implementeren van een werknemersparticipatieplan is het cruciaal om de fiscale aspecten goed te begrijpen. De belastingheffing kan namelijk aanzienlijk verschillen afhankelijk van de gekozen vorm en de omvang van het belang. In deze blog duiken we dieper in de fiscale behandeling van werknemersparticipatie in box 1, box 2 en box 3.

Box 1: Inkomen uit werk en woning

In box 1 vallen verschillende vormen van werknemersparticipatie die direct gekoppeld zijn aan de arbeidsrelatie. Een Stock Appreciation Rights (SAR) regeling geeft werknemers het recht op een uitkering die gekoppeld is aan de waardestijging van aandelen, zonder dat ze daadwerkelijk aandelen krijgen. Bij een optieregeling krijgen werknemers het recht om binnen een bepaalde periode aandelen te kopen tegen een vooraf vastgestelde prijs. Een winstdelingsregeling geeft werknemers recht op een deel van de bedrijfswinst, meestal als percentage van hun salaris. Al deze vormen worden belast als loon tegen het progressieve tarief in box 1 (maximaal 49,5% in 2023) op het moment van uitkering of uitoefening. Voor bedrijven zijn deze regelingen aantrekkelijk omdat de kosten aftrekbaar zijn van de winst. Ook zijn deze regelingen eenvoudig op te zetten, omdat er geen notaris en waardering nodig is.

Box 2: Inkomen uit aanmerkelijk belang

Wanneer een werknemer direct aandelen krijgt en daarmee een belang van 5% of meer in het bedrijf verwerft, valt dit onder box 2. Aandelen geven de werknemer direct eigenaarschap en stemrecht in de onderneming. Ze delen mee in de waardestijging van het bedrijf en hebben recht op dividend. Certificaten van aandelen zijn een alternatief waarbij het economische eigendom wordt gescheiden van het stemrecht. De certificaten worden beheerd door een Stichting Administratiekantoor (STAK), wat meer controle geeft over de zeggenschap. Zowel dividenden als vermogenswinst bij verkoop worden in box 2 belast tegen 26,9% (2023). Bij uitgifte moet de waardering zorgvuldig worden bepaald om onverwachte belastingheffing te voorkomen.

Gratis keuzehulp
Er zijn 6 manieren om werknemers mee te laten delen in de groei van het bedrijf.
Welke vorm past bij jouw bedrijf?

Box 3: Inkomen uit sparen en beleggen

Voor kleinere aandelenbelangen (minder dan 5%) geldt de belastingheffing in box 3. Dit komt vaak voor bij werknemersparticipatieregelingen waarbij werknemers een beperkt aantal aandelen of certificaten krijgen. In box 3 wordt belasting geheven over een forfaitair rendement (dit gaat in de toekomst veranderen). De aandelen moeten jaarlijks worden gewaardeerd voor de aangifte inkomstenbelasting. Een voordeel van box 3 is dat werkelijke waardestijgingen en dividenden niet apart worden belast. Dit maakt het vooral aantrekkelijk bij sterk groeiende bedrijven.

Belang in een persoonlijke holding

Daarnaast kan een belang ook ondergebracht worden in een persoonlijke holding. Omdat de werknemer 100% van de aandelen van de persoonlijke holding bezit, valt deze holding in box 2.

De holding bezit vervolgens de aandelen. Er zijn dan 2 mogelijkheden:

  1. De holding bezit meer 5% of meer van de aandelen
  2. De holding bezit minder dan 5% van de aandelen

De holding bezit meer 5% of meer van de aandelen

In dit geval heeft de holding een deelnemingsvrijstelling. Dit betekent dat alle dividenden onbelast de holding in kunnen. Dit is een groot voordeel voor de werknemer.

De holding bezit minder dan 5% van de aandelen

In dit geval geldt er geen deelnemingsvrijstelling. De holding moet dan belasting betalen over de winsten uit de werk bv. Dit is jammer. Om toch boven deze 5% drempel te komen, kunnen we winstrechtloze aandelen uitgeven. Deze aandelen geven geen richt op winsten en dividenden, maar geven de houder wel een groter belang. Hiermee kan toch boven deze drempel uitgekomen worden.

Daarnaast zetten we zo'n constructie vaak op met een Stichting Administratiekantoor (STAK). Op deze manier voorkomen we toch dat de werknemers stemrecht krijgen in de werk bv.

Neem contact met ons op voor meer informatie over deze structuur.

Vergelijking tussen de verschillende vormen

Bij het kiezen tussen participatievormen spelen fiscale overwegingen een belangrijke rol. Aandelen en certificaten bieden direct mede-eigenaarschap, maar kunnen leiden tot directe belastingheffing bij uitgifte als de prijs lager is dan de waarde. Opties en SAR's bieden meer flexibiliteit en stellen de belastingheffing uit tot het moment van uitoefening. Voor het bedrijf hebben opties en SAR's het voordeel dat er geen directe uitstroom van aandelen plaatsvindt, en dat deze kosten aftrekbaar zijn van de winst.

Elke vorm heeft zijn eigen fiscale voor- en nadelen, die zorgvuldig moeten worden afgewogen tegen de doelstellingen van het participatieplan. Neem contact met ons op voor meer informatie.

Praktische overwegingen

Bij het opzetten van een werknemersparticipatieplan moet ook worden nagedacht over praktische zaken. De keuze tussen directe participatie (aandelen) of indirecte participatie (certificaten via een STAK) heeft invloed op de zeggenschap en flexibiliteit. Indirecte participatie maakt het vaak eenvoudiger om werknemers te laten in- en uittreden. Ook de administratieve lasten verschillen per vorm. Zo vereist een optieregeling, winstregeling of SAR regeling minder administratie dan een aandelenplan, maar brengt het wel meer complexiteit met zich mee bij de uitoefening. Het is belangrijk om deze praktische aspecten mee te nemen in de besluitvorming.

Recente ontwikkelingen

In 2023 is de Wet aanpassing fiscale regeling aandelenopties in werking getreden. Deze wet biedt de mogelijkheid om het heffingsmoment voor aandelenopties te verschuiven naar het moment waarop de aandelen verhandelbaar worden. Dit kan liquiditeitsproblemen bij werknemers voorkomen. Het is belangrijk om de ontwikkelingen in de belastingwetgeving te blijven volgen, omdat deze van invloed kunnen zijn op de aantrekkelijkheid van verschillende participatievormen.

Conclusie

Werknemersparticipatie kan een krachtig instrument zijn om werknemers te binden en te motiveren. De fiscale behandeling in box 1, 2 en 3 verschilt aanzienlijk en heeft grote invloed op de effectiviteit en aantrekkelijkheid van een participatieplan. Voor bedrijven is het essentieel om de verschillende opties zorgvuldig af te wegen en professioneel advies in te winnen. Werknemers moeten zich bewust zijn van de fiscale gevolgen en de potentiële risico's en voordelen van participatie. Met een goed doordacht plan kunnen zowel het bedrijf als de werknemers profiteren van de voordelen van mede-eigenaarschap.

Gratis keuzehulp
Er zijn 6 manieren om werknemers mee te laten delen in de groei van het bedrijf.
Welke vorm past bij jouw bedrijf?

Veelgestelde vragen

Aandelen geven zowel economisch eigendom als stemrecht. Certificaten geven alleen economisch eigendom, waarbij het stemrecht bij een STAK blijft. Dit geeft meer controle over de zeggenschap.

Werknemersparticipatie valt in box 1 bij opties, SAR-regelingen en winstdelingsregelingen. Deze worden belast als loon tegen het progressieve tarief (max 49,5% in 2024) op het moment van uitkering of uitoefening.

Een Stock Appreciation Rights (SAR) regeling geeft werknemers recht op een uitkering die gekoppeld is aan de waardestijging van aandelen, zonder dat ze daadwerkelijk aandelen krijgen. Dit wordt belast in box 1.

Er is sprake van een aanmerkelijk belang als een werknemer 5% of meer van de aandelen bezit. Dit wordt belast in box 2 tegen 26,9% (2023).

Een persoonlijke holding kan profiteren van de deelnemingsvrijstelling bij een belang van 5% of meer. Hierdoor kunnen dividenden onbelast de holding in stromen.

Bij een winstdelingsregeling krijgen werknemers een deel van de bedrijfswinst uitgekeerd, meestal bij het behalen van bepaalde doelen en targets. Dit wordt belast als loon in box 1.

In box 3 wordt alleen belasting geheven over een forfaitair rendement. Werkelijke waardestijgingen en dividenden worden niet apart belast (dit gaat in de toekomst veranderen).

Vanaf 2023 kan het heffingsmoment voor aandelenopties worden verschoven naar het moment waarop de aandelen verhandelbaar worden. Dit voorkomt potentiële liquiditeitsproblemen.

Een Stichting Administratiekantoor (STAK) beheert de aandelen en geeft certificaten uit. Dit scheidt het economisch eigendom van het stemrecht en maakt in- en uittreding van werknemers eenvoudiger.

Opties worden belast in box 1 op het moment van uitoefening. Het verschil tussen de uitoefenprijs en de werkelijke waarde wordt belast als loon tegen het progressieve tarief.


Stel je vraag